De eerste foto toont het glas-in-lood raam van de longroom - het officierenverblijf - van Marinevliegkamp Valkenburg (MVKV), dat iets zuid van Katwijk was gelegen. Een plattegrond en een luchtfoto van MVKV staan op een separate pagina.
Begin augustus 1977 startte ik met de waarnemeropleiding op MVKV, een opleiding van ongeveer 6 maanden. Marinevliegkamp Valkenburg was de basis voor de fixed wing vliegtuigen van de Marineluchtvaartdienst (MLD). De eerste opleiding vond plaats op de Grondschool (jaren later hernoemd in Marineluchtvaartschool). De mentor van mijn waarnemersklasje was LTZ2OC Hans Bax (zie ook zijn Youtube pagina met fotopresentaties). Hij was tevens docent luchtvaartnavigatie. Nadat ons de eerste theoretische kennis was bijgebracht en we veel geoefend hadden met het zo snel mogelijk oplossen van navigatievraagstukken, werd dit in de praktijk gebracht tijdens oefenvluchten aan boord van de Fokker F-27 Troopships van de Koninklijke Luchtmacht. Deze waren in de cabine aanvullend uitgerust met vier navigatieconsoles (een voor de instructeur en drie voor de leerling waarnemers), een driftmeter en een periscoopsextant.
Op vooral twee aspecten verschilt luchtvaartnavigatie van zeevaartnavigatie: de veel hogere snelheid van een vliegtuig en de veel grotere invloed van wind. De navigatiemethodes zijn daaraan aangepast.
Heb je echt interesse in de basis van luchtvaartnavigatie? De Federal Aviation Administration van de VS heeft in 2011 het Flight Navigator Handbook uitgegeven, met 282 bladzijden en een scanfout op bladzijde 3-6. Dat was bij de FAA destijds, zoals de meeste overheidspublicaties van de VS, gratis te downloaden. Het is grotendeels identiek aan AFPAM 11-216 Air Navigation van de luchtmacht van de VS (voorheen heette deze publicatie AFM 51-40 Air Navigation). Enkele specifiek militaire hoofdstukken zijn er niet in opgenomen.
Na het doorlopen van de waarnemeropleiding op de Grondschool, en na mijn keuze om bij vliegtuigsquadron 321 te gaan vliegen, volgde de typeopleiding voor de Breguet Br.1150 Atlantic (Nederlandse typeaanduiding: SP-13A). Dat was het Long Range Maritime Patrol Aircraft (LRMPA) waar VSQ 321 mee vloog (de Atlantics waren de land based vliegtuigen die Defensie had aangeschaft ter vervanging van het vliegkampschip Hr.Ms. Karel Doorman en de daarop gestationeerde Grumman S2F Trackers van VSQ 4). De typeopleiding werd verzorgd door vliegtuigsquadron 2. Op 5 mei 1978 behaalde ik mijn waarnemerbrevet en enkele dagen later het diploma Tactical Navigation SP-13A. Per 8 mei 1978 werd ik als waarnemer geplaatst bij VSQ 321. Ik heb daar gevlogen als bemanningslid van bemanning 35 en later van bemanning 34 (er waren totaal 7 crews, als ik me dat goed herinner).
De Atlantic was een vliegtuig dat specifiek ontwikkeld was voor onderzeebootbestrijding. Daarnaast werd het gebruikt voor maritieme verkenningsvluchten, opsporing en redding, milieu-inspecties en ondersteuning van opleidingen. Het vliegtuig is van 1969 tot 1984 in gebruik geweest bij VSQ 321. Van de oorspronkelijk negen toestellen zijn er drie verongelukt (de 257 in 1973, de 253 in 1978 en de 255 in 1981). Bij het ongeluk van de 255 zijn drie marinecollega's omgekomen (zie de documentaire die hierover gemaakt is door het televisieprogramma 'Andere Tijden'). Over het ongeluk met de 257 verscheen in maart 2023 een nadere beschouwing van de oorzaken ervan.
Aan boord van de Atlantic waren drie waarnemerfuncties voorzien: GEONAV (voor de geografische navigatie), NAVTAC (voor de tactische navigatie) en TACCO (voor de tactische coördinatie). De functies GEONAV en NAVTAC werden soms door één waarnemer uitgevoerd. De 12-koppige Atlantic bemanning bestond verder uit twee vliegers, twee boordwerktuigkundigen, twee operators voor de akoestische systemen, een radaroperator, een radio-operator, een ESM/MAD operator en een vliegtuigboordkonstabel. De eindverantwoordelijkheid was verdeeld: de eerste vlieger was verantwoordelijk voor de vliegveiligheid, de TACCO voor de uitvoering van missies (bijv. onderzeebootbestrijding), en de vliegtuigcommandant (de officier met de hoogste rang aan boord) voor liaison met derden bij bezoeken aan andere bases. Enkele detailplaatjes van de Atlantic staan op een separate pagina.
De meeste foto's op deze pagina zijn afkomstig van de beeldbank van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH). Ze zijn niet allemaal gemaakt in dezelfde periode.
Atlantic laag boven zee
Bij VSQ 321 heb ik in 1978 en 1979 deelgenomen aan een flink aantal oefeningen. Voorbeelden zijn NAVO-oefeningen vanaf St. Mawgan en Machrihanish, oefeningen met Nederlandse marineschepen en oefeningen voor het opwerken van de bemanning. Ook vlogen we naar en vanaf Gibraltar, Kinloss, Prestwick, Culdrose, Nimes-Garons en Sigonella, voor oefeningen of anderszins. Verder waren er detacheringen voor ernst-operaties, bijvoorbeeld naar Keflavik op IJsland, van waaruit Russische onderzeeboten in de gaten werden gehouden. In de US Navy Store daar kocht ik mijn eerste Samsonite koffertje. Dat ging veel later, toen ik als hydrograaf bij Intersite Surveys werkte, verloren na een ongeval op zee bij de Spaanse noordkust.
Op de bases Lann Bihoué en Nordholz oefenden we nu en dan een weekje in de tactische trainers voor de Atlantic. Ook waren er opsporings- en reddingsvluchten voor schepen of vliegtuigen in nood, en surveillance vluchten. Een enkele keer nam een Atlantic deel aan een static of dynamic airshow.
De vliegtuigbemanningen van VSQ 320 en VSQ 321 waren op MVKV ingeroosterd in een wacht voor de Opsporing- en Reddingdienst (OSRD). Toch belde een keer midden in de nacht bij mij thuis in Haarlem de politie aan met het verzoek om zo snel mogelijk naar Valkenburg te gaan voor een OSRD-vlucht. Ze wilden mij zelfs brengen.
De Atlantic kon o.a. de volgende bewapening meenemen: 8 torpedo's, 82 sonoboeien, 96 SUS geluidsseinen, 32 retro's, 40 markeerders, dieptebommen, mijnen en 4 AS12 raketten. In het bommenruim konden ook postcontainers en reddingvlotten worden opgehangen. Achtergrondinformatie over de ontwikkelingen op het gebied van sonoboeien vind je in dit document.
De vluchtduur voor een inzet t.b.v. onderzeebootbestrijding was aanzienlijk, vaak wel elf uur. Daar kwam de tijd voor vluchtvoorbereiding en vluchtafhandeling bij terugkomst nog bij. Een crewex (opwerken bemanning) duurde meestal een uur of drie. De maximale vluchtduur was 18 uur.
In april 1979 werd ik bevorderd tot LTZ2KMR.
Buitenzijde van de Atlantic trainer in Nordholz (foto van DL0AER)
Binnenzijde van de Atlantic trainer in Nordholz (foto van DL0AER)
Bommenruim van een Atlantic
Hierin konden torpedo's, dieptebommen, mijnen en/of sonoboeien worden meegenomen.
NAVTAC van Italiaanse Atlantic achter de aanvalstafel
Half 1979 diende ik een verzoek in om de opleiding tot het marinevliegbrevet te mogen volgen. Dit werd goedgekeurd en na door een nog zwaardere vliegmedische keuring gekomen te zijn, was het wachten tot augustus voor deze opleiding zou beginnen. Jammer genoeg kreeg ik die zomer last van een lage-rug hernia. Dit had tot gevolg dat de vliegopleiding niet doorging.
Eind september 1979 werd ik geplaatst als operatieofficier (één van de drie) bij de afdeling Operaties van MVKV. Geheel nieuw was toen het wachtsysteem: 24 uur aanwezig en daarna 2 dagen vrij. Bij Operaties werden vluchtopdrachten uitgeschreven, werd alle operationele berichtgeving ontvangen of daarvandaan verstuurd, werden zaken met de andere vliegkampdiensten gecoördineerd, en werden vliegtuigbemanningen gebriefd en gedebriefd. Briefings betroffen de specifieke opdracht, het weer en inlichtingen. De afdeling Operaties functioneerde in die tijd tevens als Rescue Co-ordination Centre voor het Nederlandse zeegebied (RCC Valkenburg). Een filmpje over een oefenreddingactie met deelname van Scheveningen Radio, sleepbootmaatschappij Wijsmuller, de KNZHRM, RCC Valkenburg, een Neptune en een Augusta Bell helicopter staat hier op YouTube.
In de zomer van 1981 besloot ik, deels uit teleurstelling vanwege de gemiste vliegopleiding, deels vanwege het rigide en afstandelijke personeelsbeleid, de MLD te verlaten. Ik solliciteerde naar een baan als surveyor (hydrograaf) bij Intersite Surveys in Haarlem, en werd aangenomen per 1 oktober 1981. Wel bleef ik als reserveofficier beschikbaar voor herhalingsoefeningen bij de Koninklijke Marine. Hoe er anno 2022 over (de inzet van) reservisten binnen Defensie - en met name binnen de Koninklijke Marine - gedacht wordt, kun je lezen in een speciaal themanummer van het Marineblad, een uitgave van de Koninklijke Vereniging van Marineofficieren (KVMO).
Op of via de pagina Marinescoop 2.0 kun je enkele filmpjes over de Breguet Atlantic bekijken.
Operaties MVKV 1981 (b)
Geheel rechts zit sergeant-majoor vliegtuigtelegrafist Arend Tibben. (eigen foto)
Operaties MVKV 1981 (a)
In het midden Gerjan van Asch, en links zit ik als operatieofficier. (eigen foto)
Achterzijde van cabine van Neptune, de waist
Tijdens mijn vlucht zat ik op het stoeltje rechts, aan bakboordzijde van het vliegtuig. Onder op de foto zie je de sonoboei-lanceerkokers.
Een Lockheed SP-2H Neptune van VSQ 320
Met dit vliegtuigtype heb ik eenmaal als passagier meegevlogen. Neptunes waren in dienst bij de MLD sinds begin 1954, maar initieel als type P2-V5 dat nog geen echte onderzeebootbestrijder was.
Lockheed P-3C Orion van VSQ 320 bij Russisch spionageschip
Jaren later, in september 1999 en in vrije tijd tijdens een zeeverkeersoefening, vloog ik met dit vliegtuigtype tijdens een lange operationele vlucht nog eens als passagier mee. Wat me toen het meest opviel: er was nog steeds geen vaste GPS satellietnavigatieontvanger geïnstalleerd. De NAVCOM had wel een los systeempje. De antenna daarvan was met plakband tegen zijn raampje geplakt. Anderzijds was het beeld van de FLIR (forward looking infrared warmtebeeldcamera) wel zeer indrukwekkend.
De na de drie ongelukken resterende zes Atlantics werden verkocht aan Frankrijk. Op 7 mei 1986 vertrok de laatste Atlantic van MVKV naar Lann Bihoué. De Marineluchtvaartdienst vloog sindsdien alleen nog met de P-3C Orion als fixed-wing vliegtuig. Hiervan waren er dertien gekocht ter vervanging van de SP-2H Neptunes. Eind 1984 waren alle dertien bestelde Orions afgeleverd.
Half januari 2005 werden VSQ 320 en VSQ 321 uit dienst gesteld en de Orions werden verkocht aan Duitsland en Portugal. Op 22 juni 2005 vertrok de laatste Orion van MVKV naar Nordholz. Half december 2006 werd het Marinevliegkamp Valkenburg als gevolg van de door de politiek opgelegde en voortdurende bezuinigingen definitief gesloten (zie ook de videoserie 'Het verdwenen vliegveld', in het kader van deze website met name deel 4 en deel 2). Vanaf 2024 wil Duitsland de van Nederland overgenomen P-3C Orions vervangen door vijf (later verhoogd tot acht) Boeing P-8A Poseidons, en in 2027 zal een P-8A simulator in Nordholz beschikbaar komen. Ook een herstelidee voor Nederland?
Op 4 juli 2008 onderging het restant van de Marineluchtvaartdienst opnieuw een grote verandering. De marinehelikopters werden samen met die van de Koninklijke Luchtmacht en het Marinevliegkamp De Kooy (MVKK), geïntegreerd in het nieuwe Defensie Helikopter Commando (DHC). Dat werd en is een onderdeel van het Commando Luchtstrijdkrachten. Ongeveer een kwart van het DHC-personeel is nog marinemedewerker. Deze medewerkersgroep, onder leiding van een groepsoudste, is wat nog steeds de Marineluchtvaartdienst wordt genoemd. MVKK staat sindsdien voor Maritiem Vliegkamp De Kooy.
Duitse Boeing P-8A Poseidon (artist's impression van Boeing Defence)
Eén van de 8 nog te bouwen en vanaf 2024 aan Duitsland op te leveren Poseidons.
Iedereen die geïnteresseerd is in goede foto's (70 stuks) van de Dassault-Breguet Atlantique Nouvelle Génération (Atlantique NG of ATL2) - ook met de nieuwste upgrade tot 'Standard 6' en inclusief enkele foto's van het interieur - verwijs ik naar de website van Seaforces.org. De ATL2 is alleen in gebruik bij de Franse marine. In opdracht van de Franse overheid onderzoekt Airbus al enige tijd de mogelijkheden voor een opvolger van de ATL2 (die naar verwachting tot 2032 dienst kan doen) op basis van de Airbus A320neo. Voor Dassault Aviation geldt hetzelfde, maar dan op basis van de Dassault Falcon 10X.
Hieronder zie je het embleem van de Marineluchtvaartdienst, met de tekst 'Aera Possideo Ac Mare', 'Zowel op land als op zee ben ik meester', en ook het embleem van VSQ 321, met de tekst 'Nulli Secundus', 'Voor niemand onderdoend'.
Het embleem van VSQ 321
Het embleem van de Marineluchtvaartdienst